Ten Geleide bij Deel 8 (2001)

Dit achtste deel van het Biografisch woordenboek van het socialisme en de arbeidersbeweging in Nederland (BWSA) is tevens het laatste deel met afzonderlijke levensschetsen. Na vele jaren van voorbereiding verscheen in 1986 het eerste deel van het BWSA. Nu zijn we vijftien jaar verder. Er liggen acht delen met bijna 580 schetsen van mensen uit wat het best omschreven kan worden als de Nederlandse sociale beweging tussen ruwweg 1860 en 1940. Van meet af aan bestreek het woordenboek een breder terrein dan uit de titel valt af te leiden. In feite omvat het BWSA een divers geheel van sociale bewegingen en een veelvoud aan politieke stromingen (niet alleen het socialisme). In het BWSA treft men tevens politici, activisten en denkers aan van sociaal-liberale, confessionele of feministische huize, wier levens overigens steeds raakvlakken hadden met de arbeidersbeweging uit de twee vorige eeuwen. Het is de redactie gelukt opnieuw een rijk geschakeerd deel uit te brengen met schetsen van politici, progressieve cultuurdragers en vooraanstaande figuren uit de arbeiders-, vrouwen- en natuurbeweging. Een enkel facet is in de acht delen niet vertegenwoordigd. Zo ontbreekt een schets van een pionier van het Nederlandse esperantisme en ook de coöperatieve beweging had meer aandacht verdiend. Het werd steeds moeilijker deskundige auteurs te werven voor dit vrijwilligerswerk, zodat de redactie in toenemende mate schetsen op zich moest nemen van figuren die niet mochten ontbreken. Daar staat tegenover dat de redactie steeds meer ervaring opdeed, zodat het achtste deel, naar ons oordeel, niet het minste is. De schetsen in het BWSA zijn als gevolg van redactiebeleid uitvoeriger geworden. Stond de redactie aanvankelijk een zeer beknopte (zij het wel leesbare) schets voor ogen, geleidelijk aan ontstond de behoefte aan uitvoeriger en beter verantwoorde schetsen teneinde meer recht te doen aan de afzonderlijke levens en de onderlinge verknoping van de verschillende levens. In veellevens gaat het om gecompliceerde persoonlijkheden, die bij uiteenlopende maatschappelijke projecten betrokken waren. Niet alleen de figuren zelfkomen in een wat langere tekst beter uit de verf, maar ook hun onderlinge netwerken.

Ypke M. Snoek-Mulder heeft in dit achtste deel een belangrijk aandeel gehad. Vooral bij het tijdrovende opsporen van ontbrekende personalia was zij onvermoeibaar en uitermate vindingrijk. Zij leverde ook een inhoudelijke bijdrage en behoedde ons voor diverse onjuistheden. Marti Huetink en Rob Wadman bedanken wij, omdat zij opnieuw de produktie van het boek voor hun rekening namen. Wij herdenken hier Philip van Praag, die op 5 februari 2000 overleed. Hij heeft niet alleen verschillende schetsen voor het BWSA geschreven, maar de redactie ook steeds belangeloos laten profiteren van zijn kennis en archief.
Het BWSA-project is nog niet afgelopen. Er volgt nog een negende deel met een cumulatief register (bestaat nu alleen op de eerste vier delen en gestencild bij het vijfde deel), alsmede correcties en aanvullingen op de gepubliceerde levensschetsen. In de vijftien jaar die sedert het uitkomen van het eerste deel zijn verstreken, verschenen tal van publicaties met aanvullende, respectievelijk corrigerende informatie. Ook wezen recensenten en lezers ons op fouten en tekortkomingen. De redactie van het BWSA en het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis zullen, met het oog op de aanvullingen en correcties in het negende deel, in 2001 een openbare conferentie beleggen, waarop deskundigen zich over schetsen uit het BWSA zullen uitspreken. Wij roepen alle auteurs en lezers op ons te helpen bij het vinden van fouten en tekortkomingen (zie voor het adres van de redactie de achterzijde van de titelpagina) en nodigen hen uit voor de genoemde conferentie.

De redactie