KRUSEMAN, Wilhelmina Jacoba Pauline Rudolphine

Wilhelmina Kruseman

(roepnaam: Mina, bijnaam: Frik(je)), voorvechtster van vrouwenemancipatie en pacifiste, is geboren te Velp (Gld.) op 25 september 1839 en overleden te Boulogne sur Seine (Parijs) op 2 augustus 1922. Zij was de dochter van Hendrik Georg Kruseman, majoor, later generaal-majoor van het Oost-Indisch leger, en Jenny Dorothee Hermine Cornelia Cantzlaar. Omstreeks 1880 ging zij een vrij huwelijk aan met Fredrik Jacobus Hoffman, fotograaf, met wie zij twee dochters kreeg.
Artiestennamen: Stella Oristorio di Frama, Karcilla Rena.

Kruseman was in het gezin de tweede dochter, na wie nog twee dochters geboren werden. Haar jeugd bracht zij door in Indië. Daarna woonde zij in Den Haag en Ginneken (bij Breda). Zij was zich al heel jong bewust van de beperkte rol die de maatschappij vrouwen en meisjes toebedeelde. In keuken en kinderkamer mochten zij schitteren, maar dat zij meespraken over zaken die haar huishoudboekje te buiten gingen, werd niet gewaardeerd. Kruseman, die niets voelde voor het huwelijk en graag onafhankelijk wilde zijn, koos het enige eerbare beroep dat voor vrouwen openstond in die tijd, dat van kunstenares. Na de dood van haar moeder in 1859 verhuisde het gezin naar Brussel en zij ging daar aan het conservatorium zang en piano studeren. Hier leerde zij Cornélie Huygens kennen, aan wie zij veel zou schrijven. Omdat zij in Nederland geen engagement kreeg, besloot zij het onder de naam Stella Oristorio di Frama in Amerika te proberen (1871-1872). Door tegenwerking van managers en critici lukte het haar ook daar niet. Binnen een jaar was zij terug in Europa, met het manuscript van een roman in haar bagage. Een huwelijk in Indië verscheen in 1873 in Den Haag, een in opgewonden taal geschreven, onevenwichtig gecomponeerd boek met een opmerkelijke boodschap: een pleidooi tegen de onzedelijkheid van het huwelijk uit conventie.

In 1873 maakte Kruseman met Betsy Perk een lezingentournee langs een groot aantal steden in Nederland en confronteerde het publiek met haar controversiële ideeën over liefde, huwelijk en meisjesopvoeding. Ook Perk wilde de vrouw bewust maken (zij had twee vrouwentijdschriften opgericht -Ons Streven en Onze Roeping - en de vereniging Arbeid Adelt), maar de samenwerking met Kruseman duurde slechts een jaar. Hun karakters liepen te zeer uiteen. Kruseman was zelfbewust en slagvaardig, Perk het tegendeel. Door de lezingen en door een vinnig artikel over het 'anti-artistique' Nederland kwam Kruseman sterk in de publieke belangstelling. Om te laten zien hoe tegenstrijdig en bevooroordeeld hun critici waren, bundelde Kruseman de kritieken op hun lezingen in De moderne Judith (Dordrecht 1873), genoemd naar een spotprent in het blad Uilenspiegel. De publikatie bracht haar in contact met Multatuli. Zij begon met hem te corresponderen en bezocht hem in 1873 met Perk in Wiesbaden. De lezingen maakten de weg naar het 'grote toneel' vrij. Zij trok een toneelstuk De echtscheiding uit Een huwelijk in Indië en wist een toneelgezelschap te interesseren. Zijzelf speelde natuurlijk de hoofdrol. Het stuk viel als een baksteen, maar Krusemans reputatie als actrice bleef overeind. In januari 1875 kreeg zij gedaan wat zij zo vurig wenste voor Multatuli en voor zichzelf: de opvoering van Vorstenschool met haarzelf in de hoofdrol en Elize Baart in de rol van Hanny. Elize Baart was haar leerlinge, die zij voor het toneel pousseerde. Baart werd echter geen toneelspeelster maar trouwde met de vrijdenker B.P. Korteweg. Multatuli, die overgekomen was voor de repetities, was ontzet over Krusemans optreden als manager voor en actrice in zijn stuk. Tijdens de repetities liepen de ruzies hoog op en hun vriendschap verkeerde in haat. Zij en Baart werden in mei opzij gezet. In het najaar van 1875 maakte Kruseman nog een laatste tournee met haar dramatische schets Een blik in de kunstenaarswereld, maar zij had haar mening over kunst en kritiek al eerder en beter tot uitdrukking gebracht. De belangstelling voor Kruseman en de ideeën die zij verkondigde, raakte aan het tanen.

Op 1 september 1877 vertrok Kruseman naar Indië. Als afscheidscadeau kreeg Nederland Mijn leven, een autobiografie in brieven (3 delen, Dordrecht 1877). In Indië kwam een ander aspect van haar persoonlijkheid sterk naar voren. Zij was zeer begaan met het lot van de paupers. Zij gaf meisjes les en maakte hen vertrouwd met de emancipatiegedachte. Zij werd excentriek gevonden, helemaal toen zij ging samenwonen met de veel jongere F.J. Hoffman, zoon van een hoteleigenaar in Soerabaja. Uit deze relatie werden in Italië twee dochtertjes geboren, die beiden heel jong overleden. Omstreeks 1887 vestigde het paar zich in Boulogne sur Seine (Parijs). Daar schreef zij in 1916 haar Appel à toutes les femmes du monde entier, pure propaganda voor de vrede midden in oorlogstijd: 'Wij, de vrouwen van de hele wereld, wij willen geen oorlog meer en wij zullen alles doen wat wij kunnen om hem in de toekomst te verhinderen'.

Archief: 

Archief W.J.P.R. Kruseman in IISG (Amsterdam; vgl. Campfens 201), Nederlands Theater Instituut (Amsterdam) en Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum (Den Haag).

Publicaties: 

De modern Judith. Allerhandebundeltje (Dordrecht 1873); Een huwelijk in Indië (Den Haag 1873); Meester kritiek. Geen roman of novelle, maar een satire … (Middelburg 1874, als Stella Oristorio di Frama); Willen en handelen: Fellah Damstone (Dordrecht 1879); Cendrillon en De Moord, aan Cendrillon gepleegd, gewroken (Pasoeroean 1880); Hélène Richard of in weelde geboren (Soerabaja 1880); De Batjan Maatschappij met hare oprichters, bestuurders, statuten en curieuse handelingen naakt uitgekleed (Soerabaja 1883); Parias (Dordrecht 1900); M. de Waal (red.), Alles bevalt mij behalve rust. Brieven (Amsterdam 1986).

Literatuur: 

J. ten Brink, Geschiedenis der Noord-Nederlandsche Letteren in de XIXe eeuw 1830-1880 III (Amsterdam 1889) 338-334; J. van Ammers-Küller, Een pionierster (Amsterdam 1921); W. van Itallie-van Embden, 'Mina Krüseman' in: Sprekende portretten (Leiden z.j.) 23-33; I. Prins, 'Mina Krüseman' in: Baanbreeksters (Amsterdam 1960; 19782) 79-81; M. de Waal, Mina Krüseman (Amsterdam 1978); M. Braun, De prijs van liefde. De eerste feministische golf, het huwelijksrecht en de vaderlandse geschiedenis (Amsterdam 1992); C. Keysper, K. ter Laan's Multatuli encyclopedie (Den Haag 1995); H. van Straten, Multatuli, van blanke radja tot bedelman. Een schrijversleven (Amsterdam 1995); Multatuli, Volledige Werken IV-XXV (Amsterdam 1973-1995); N. Maas, Multatuli voor iedereen (maar niemand voor Multatuli) (Nijmegen 2000).

Portret: 

W.J.P.R. Kruseman, collectie Atria, Amsterdam

Handtekening: 

Titelblad manuscript roman Mopje, Archief Mina Kruseman, inv. nr. 1, IISG, Amsterdam
 

Auteur: 
Margot de Waal
Oorspronkelijk gepubliceerd in: 
BWSA 3 (1988), p. 106-108
Laatst gewijzigd: 

25-06-2018 (spelling achternaam gecorrigeerd, beroep vader gecorrigeerd, voornamen partner toegevoegd, publicaties toegevoegd)