BOERS, Benjamin

Benjamin Boers

communistisch hervormd predikant, is geboren te Nieuwleusen (O) op 25 september 1871 en overleden te Heemstede op 19 oktober 1952. Hij was de zoon van Cornelis Jacobus Boers, hervormd predikant, en Maria Justiena Uhlenbrock. Op 10 maart 1897 trad hij in het huwelijk met Maria Gerarda Gonda, apothekeres, met wie hij drie dochters kreeg.

Na zijn theologische studie te Leiden werd Boers in 1897 predikant te Kedichem en van 1900 tot zijn emeritaat in 1937 in het Friese Roordahuizum. Hoewel hij als niet-socialist en niet-geheelonthouder in deze gemeente was beroepen en het hierbij had gewonnen van de SDAP-er A. van der Heide, ontpopte hij zich al spoedig als een ijverig propagandist voor de drank-bestrijding en een vurig sociaal-democraat. Hij richtte in 1904 de SDAP-afdeling Roordahuizum op, waarvan hij jarenlang voorzitter was. Boers was alles behalve een conformist en botste in de kerk met de macht van de burgerlijke dorpspotentaten. Hij ging hierbij niet steeds tactisch te werk. Hij bad niet in de kerk en sprak daar als op partijvergaderingen, waarbij hij de Internationale liet zingen. In 1907 en 1908 werd hij voor drie maanden geschorst en in 1910 voor een jaar. Zijn collega Van der Heide verdedigde hem tevergeefs in een uitvoerige brochure.

In 1914 verzette Boers zich tegen het reformisme in de SDAP - hij schreef in het Friesch Volksblad en De Blijde Wereld - en kwam in botsing met P.J. Troelstra. Toen de Russische Revolutie in 1917 uitbrak, volgde hij de ontwikkelingen op de voet. Tegenover de verburgerlijkte kerk en de reformistische SDAP stelde hij Sovjet-Rusland, waar alles goed was, en werd communist. In Sovjet-Rusland openbaarde zich volgens hem in anti-kerkelijke vorm het oorspronkelijke christendom. Sovjet-Rusland was dè vredesmacht. Tot zijn dood bleef Boers, gesteund door zijn vriend G. Roorda, de communistische gedachte trouw en ijverde hij voor de Communistische Partij in Nederland (CPN) en de Vereeniging Vrienden der Sowjet-Unie (VVSU). Zijn ongenuanceerde denken deed hem ook het stalinisme aanvaarden. Hij had een koppige natuur, een onverzettelijk karakter en een wil om te geloven. Zo kritisch als hij de kerk zag, zo onkritisch stond hij tegenover Sovjet-Rusland. De bestaande kerk bracht de boodschap niet en negeerde wat er goed was bij de vijand. Boers, die steeds naast de underdog stond en in zijn gemeente ieder bijstond, die hij kon helpen, is ook door de kerkelijke besturen tot een houding gedreven die bij nuchtere overweging niet te handhaven was. In 1936 werd hij met dr. J.L. Snethlage bij de Hervormde Synode aangeklaagd. Hun werd verweten dat zij het goddeloze, christendom-vijandige Rusland verdedigden en 'smaad over de kerk van Christus brachten'. Zij verstoorden de orde en rust, die de kerk volgens de reglementen moest handhaven. De nationaal-socialistische predikanten werden intussen niet aangepakt. Terecht wees de orthodoxe hoogleraar F.W.J. Korff er op dat de kerk zich dreigde te vereenzelvigen met de reactie. Boers kreeg een schorsing van drie maanden. Bij het afscheid op 2 mei 1937 was de kerk te Roordahuizum meer dan vol, maar vooral met buitenkerkelijke communisten van elders. Toch zei een vertegenwoordiger van de gemeente duidelijk dat vriend en vijand Boers als een christen van de daad zagen. Boers benadrukte de sociale taak van het christendom. Het negentiende eeuwse optimisme was ook hem niet vreemd. Toen de oorlog in 1940 over Nederland kwam, meende de toenmalige regering het vaderland te beschermen door ook Boers, die in 1939 naar de Sovjet-Unie was gereisd, te interneren. De Duitsers lieten hem met rust.

Publicaties: 
Uit den strijd. Een woord tot opheldering (Leeuwarden 1906); Eigendomsrecht. Blijde wereldpreek (Leeuwarden 1914); Smaad over de kerk van Christus? Aan de synode van de Nederlands Hervormde kerk (Amsterdam 1936; 19362); Roekelooze voorbereiding der revolutie? Preek (Roordahuizum 1936); Wie bedreigen de vrijheid van godsdienst? (Amsterdam 1937); Godsdienstvrijheid door fascisme bedreigd (Amsterdam 1937); De kansel in deze maatschappij (Amsterdam 1937); Weer terug uit de Sovjetunie (z.pl. circa 1939).
Literatuur: 
J.L. Wytsma, Na den strijd. De kerkelijke troebelen te Roordahuizum. Wederwoord aan ds. B. Boers (Grouw 1906); A. van der Heide, De schorsing van ds. Boers (Leeuwarden 1911); Nederlands-Hervormde predikanten en de Sovjet-Unie (Amsterdam 1935); J.L. Snethlage, Herinneringen en perspectieven (Arnhem 1949); De Waarheid, 21.10.1952; J.J. Kalma, 'Boers (Benjamin)' in: Mededelingenblad, nr. 17, april 1960, 11-12; K. Huisman, It libben Jan Gerrit Roorda (Bûtenpost 1973); A.J. Rasker, De Nederlands Hervormde kerk vanaf 1795 (Kampen 1974); J.W. Boersma, Godsdienst, wetenschap en samen leving. De filosofie van dr. J.L. Snethlage (Groningen 1986); K. Huisman, 'De turbulente Roordahuizumer jaren van de communistische dominee Benjamin Boers' in: Leeuwarder Courant, 15.11.1986; B. van Dongen, Revolutie of integratie. (Amsterdam 1992); bibliografie van en over Boers op de Provinciale Bibliotheek van Friesland (Leeuwarden) A 4154.
Portret: 
B. Boers, particulier bezit
Handtekening: 

Huwelijksakte van Boers/Gonda dd. 10 maart 1897. Akte 20, akteplaats Gouda. Als bruidegom.

Auteur: 
J.J. Kalma
Oorspronkelijk gepubliceerd in: 
BWSA 3 (1988), p. 17-18
Laatst gewijzigd: 
19-06-2002
01-02-2018 (voornaam moeder gecorrigeerd)