BAX, Willem

Willem Bax

een van de eerste predikanten die lid werd van de SDAP, is geboren te Zutphen op 16 november 1836 en overleden te Den Dolder op 29 mei 1918. Hij was de zoon van Dirk Bax, Nederlands-Hervormd predikant, en Elizabeth Hendrina Wittigs. Op 18 juni 1863 trad hij in het huwelijk met Sara Stemberg, met wie hij twee dochters en vier zoons kreeg.

Bax kwam uit een orthodox gezin. Toen hij één jaar oud was, verloor hij zijn vader door een ongeluk (brand). Het gezin bleef met zes kinderen in armoede achter, maar Bax werd evenals een broer in de gelegenheid gesteld theologie te studeren. Hij deed dit te Leiden, waar de invloed van de moderne professor J.H. Scholten zich liet gelden. Als predikant stond Bax te Herkingen (1861), Delden (1863), Zierikzee (1874) en Zaandam-Oost (1884-1910). Hij behoorde tot de vrijzinnige richting. Na zijn emeritaat vestigde hij zich te Amsterdam, waar hij nog economie ging studeren.

De bittere armoede, die hij onder de landarbeiders van Delden aantrof, bracht hem het eerst met het sociale vraagstuk in contact, maar pas in Zaandam werd zijn belangstelling gewekt voor de sociale strijd. Toen in april 1890 Domela Nieuwenhuis hier een spreekbeurt over 'De eischen der arbeiders' kwam vervullen, stelde Bax daarvan voor de Zaanlandsche Courant een verslag op, waaraan hij enkele kritische opmerkingen toevoegde. Enkele Zaanse socialisten verzochten hem daarop, met Domela te debatteren over het sociale vraagstuk. Dit debat vond op 21 mei plaats. Bax sprak daarin wel zijn waardering voor het socialisme uit, maar gaf tevens te kennen het als een onbereikbaar ideaal te beschouwen. Intussen trad hij toe tot de Volkspartij en verdiepte hij zich meer en meer in het sociale probleem en het socialisme. Op 23 december 1890 sprak hij te Amsterdam over het moderne protestantisme in betrekking tot de sociale kwestie. Toen in 1894 de predikanten A.W. Bronsveld, S.D. van Veen en J.K. Koch aan de algemene synode van de Nederlands-Hervormde kerk een motie voorstelden van deze inhoud: 'De Synode betreurende de wijze, waarop de heer Bax deelneemt aan den strijd tegen het privaat-bezit en de bestaande orde der maatschappij, gaat over tot de orde van den dag', antwoordde Bax daarop in een Verdediging en terechtwijzing ten opzichte eener synodale motie. Onuitgesproken toespraak (Amsterdam 1894). 'Wat voor afkeuringswaardigs vindt de synode toch in mij, die in het openbaar als mijne overtuiging heb uitgesproken, dat de maatschappij zich beweegt in de richting ener onvermijdelijke economische omkering die het privaatbezit zal doen plaats maken voor gemeenschappelijk bezit en dat die omkering krachtig zou meewerken aan de verzekering van een menswaardig bestaan aan allen?'

Bax zag de ontkerkelijking, die aan de Zaan groot was, mede als schuld van de kerk. Hij wist dat de arbeidersbeweging behalve materialistische ook die zedelijke waarden wilde dienen die de kerk te lang had vergeten. Dat dit juist was gezien, bleek op zijn vele propagandatochten door het land, waarbij hij door zijn uiterlijk en manieren, door zijn bewogenheid en populaire spreektrant vaak honderden toehoorders had die voor een groot deel uit teleurgestelde kerkelijken bestonden die niet ongelovig waren. 'Want wat betekent ons Christendom, indien het zich ook niet openbaart in een protest tegen hetgeen ons op welk gebied dan ook onrechtvaardig toeschijnt'. Soms geraakte Bax in levensgevaar (Roermond, 1893). Eerst in Zaandam, vervolgens in Leeuwarden, werd hij door de socialisten kandidaat gesteld voor de Tweede Kamer. Geen van beide keren werd hij echter gekozen. Pas in 1897 sloot hij zich aan bij de SDAP, waarin hij een van de eerste predikanten was. Bax was radicaler dan zijn collega's en geestverwanten J.Th. Tenthoff, J. van Loenen Martinet, A.W. Kamp en A.W. van Wijk. In de SDAP heeft Bax geen rol gespeeld. Wel heeft hij bewerkstelligd dat jongere vrijzinnige collega's de strijd voor de ontmoeting tussen christendom en socialisme voortzetten. Aan De Blijde Wereld, opgericht in 1902, en de socialistische predikantenvereniging (1907) nam hij niet meer deel. In 1915 werd hij erelid van het Religieus-Socialistisch Verbond. In de Zaanse socialistische beweging werd hij een der populairste figuren. Met zijn vriendelijk gezicht, zijn levendige ogen en zijn grijze krullen, buitenshuis gedekt door een grote flambard, was 'de rooie dominee' op arbeidersbijeenkomsten altijd een welkome verschijning. Zijn woord bezat een groot gezag en werkte kalmerend op de gemoederen, wanneer de golven der discussie te hoog dreigden te slaan.

Bax' toespraak over het antisemitisme in zijn tijd verscheen in 1881 onder de titel Splinter en balk. Met L.R. Oldeman schreef hij in 1889 een open brief aan W.L. Vogelsang, de ontdekker van 'het oorzakelijk verband tusschen de nieuwe zedeleer en de reeds van zeer ouden tijd dagteekenende Zaandamsche brooddronkenheid' (Een ontdekker ontdekt, Zaandam 1889). Het verslag van het debat met Domela Nieuwenhuis over 'het wezenlijk belang der arbeiders' op 21 mei 1890 beleefde nog in hetzelfde jaar een herdruk. Zijn toespraak Eenige gedachten over vijf punten van het program der Volkspartij verscheen eveneens als brochure (Zaandijk 1891). In zijn verschillende gelegenheidsgeschriften heeft Bax zich steeds gekeerd tegen de onzuiverheid die hij aanvoelde. Hij pleitte voor algemeen kiesrecht, voor geheelonthouding en voor het rentmeesterschap. Hij was in zijn jeugd geholpen, nu moest hij anderen helpen. In blijmoedig verwachten van het komende grote was ook het kleine werk (catechisatie, huisbezoek) hem lief. De tegenstelling die Fr. van der Goes constateerde tussen Bax, die meende dat het socialisme het christendom diende, en de Blijde Werelddominees, die het socialisme door het christelijke wilden verbeteren, bestond niet.

Archief: 

Brieven, krantenknipsels en manuscripten van voordrachten en preken in familiebezit.

Publicaties: 

Eenige Gedachten over vijf punten van het program der Volkspartij (Zaandam 1891). Zie verder: J.J. Kalma, Geschriften van en aantekeningen over ds. W. Bax (1836-1918), aanwezig in Provinciale Bibliotheek van Friesland (Leeuwarden), A 4353, vgl. ook A 4151.

Literatuur: 

Bymholt, Geschiedenis; Debat over het wezenlijk belang der arbeiders tusschen de heeren W. Bax, predikant te Zaandam, en F. Domela Nieuwenhuis, lid der Tweede Kamer, gehouden te Zaandam den 21sten Mei 1890 (Amsterdam 1890); Fr. Netscher in: De Hollandsche Revue, 1910, 474-486; 'Ds. W. Bax overleden' in: De blijde wereld, 7 en 14.6.1918; H.G. Cannegieter Dzn in: De Nieuwe Amsterdammer 15.6.1918; H.J. Wilzen, A. van Biemen, Samen op weg. Vijftig jaar ontmoeting tussen Christendom en socialisme in De blijde wereld en Tijd en taak (Amsterdam 1953); P.J. Meertens, 'Bax (Willem)' in: Mededelingenblad, juni 1955, 3-4; J.J. 't Hoen, Op naar het licht. De Zaanstreek in de periode van de opkomst der arbeidersbeweging 1882-1909 (Wormerveer 1968); J.J. Kalma in: Leeuwarder Courant, 11.6.1977; W. Bax, 'Willem Bax' jeugd- en studiejaren (1836-1860)' in: R.B. ter Haar Romeny, Joh. Tromp (red.), Quisque suis viribus 1841-1991. 150 jaar theologie in dertien portretten (Leiden 1991) 39-70.

Portret: 

W. Bax, IISG

Handtekening: 

Huwelijksakte van Bax/Stemberg dd. 18 juni 1863. Archief 481, Reg 280-02, akte 229; akteplaats Utrecht. Als bruidegom.

Auteur: 
P.J. Meertens, J.J. Kalma
Oorspronkelijk gepubliceerd in: 
BWSA 1 (1986), p. 15-17
Laatst gewijzigd: 

22-05-2002