MASEREEUW, Harmanus

Harmanus Masereeuw

drukker voor de SDAP en directeur van Het Volk, is geboren te Medemblik op 1 juni 1861 en overleden te Amsterdam op 28 april 1941. Hij was de zoon van Lourens Masereeuw, kleermaker, en Johanna Hart. Op 7 maart 1888 trad hij in het huwelijk met Cornelia Clasiena van Hulst, met wie hij vier dochters kreeg. Na haar overlijden (op 31 augustus 1923) hertrouwde hij op 28 januari 1925 met Christina Maria Ossevoort, huishoudster. Dit huwelijk bleef kinderloos.

Masereeuw was het zesde kind uit een groot kleermakersgezin dat in 1870 uit Medemblik verhuisde naar Rotterdam. Zijn vader overleed in mei 1871. Masereeuw ging een jaar later als elfjarige met nauwelijks lagere school naar een timmermanswinkel. Binnen een jaar belandde hij evenwel in het drukkers-vak, dat hij leerde in verscheidene Rotterdamse drukkerijen. Een zwak lichaam hield hem uit militaire dienst. Zijn laatste baas was J. Peute, die in een klein drukkerijtje in de Rotterdamse Almondestraat volledig voor de arbeidersbeweging werkte. Masereeuw werd bedrijfschef, nam na Peute's dood in 1895 diens bedrijf over en noemde dit Drukkerij Vooruitgang. Deze werd in 1898 verplaatst naar de Binnenrotte. Vanaf het begin drukte Masereeuw het uit januari 1896 stammende orgaan van de SDAP De Sociaaldemokraat. Hoofdredacteur P.J. Troelstra overlegde in het najaar van 1899 met Masereeuw over zijn plan om van het drie keer per week verschijnende blad een in Amsterdam gedrukt dagblad te maken. Masereeuw huurde daarop in Amsterdam het aanvankelijk stroomloze pand Geldersekade 117, een vroegere dropfabriek, en richtte dit in tot een dragelijke dagbladdrukkerij met redactielokalen en een tweedehands rotatiepers, lopend op een gasmotor. Na een proefnummer op 26 maart verscheen bij Vooruitgang op 2 april 1900 het eerste nummer van Het Volk, Dagblad voor de Arbeiderspartij. Drukker was de ondernemende Masereeuw, eerste directeur de boekhandelaar J.A. Fortuijn, wiens kwaliteiten voor deze baan echter onder de maat bleken, en hoofdredacteur Troelstra. Zijn bedrijf in Rotterdam zette Masereeuw voort onder de naam Masereeuw & Bouten's Drukkerij, Uitgeversmaatschappij en (later) Advertentiebureau. Partijdrukwerk werd daar steeds minder gemaakt. Toen na zes jaar het huurcontract in Amsterdam afliep en het pand te klein bleek voor het vele werk, zocht Masereeuw naar nieuwe mogelijkheden. De drukkerij werd in 1906 omgezet in een gewone naamloze vennootschap (Electrische Drukkerij Vooruitgang) met Masereeuw als directeur. De winst viel, na aftrek van ten hoogste vier procent voor de aandeelhouders, toe aan het partijdagblad. Het nieuwe pand werd Keizersgracht 378, waar meer machines kwamen en in 1916 uitbreiding naar nr. 376 en in 1923 naar nr. 380 werd gerealiseerd. Toen het niet lukte een goede directeur voor Het Volk te vinden, nam Masereeuw deze functie er in 1921 bij. In het jubileumjaar voor Het Volk, 1925, had Masereeuw, die in mei 1900 was begonnen met twintig personen, 112 mensen in dienst. Er waren dertien zetmachines en drie rotatiepersen. Aan de Keizersgracht waren gevestigd: drukkerij Vooruitgang met het dagblad Het Volk, de in 1916 gestichte Boekhandel en Uitgevers Maatschappij Ontwikkeling en de kantoren van de SDAP. In mei 1929 vormde drukkerij Vooruitgang met Ontwikkeling, het Rotterdamse bedrijf Voorwaarts (met dagblad, drukkerij, cliché-inrichting en boekwinkels) en drukkerij Noordelijk Trio te Groningen, de N.V. De Arbeiderspers, vooral ontstaan omdat Het Volk eind jaren twintig nieuwe leiding nodig had. Vergeleken met het in 1920 opgerichte dagblad Voorwaarts in Rotterdam, waar Y.G. van der Veen de scepter voerde, liep Het Volk slecht. Van der Veen, die in oktober 1927 door het bestuur van de SDAP belast was met de centrale leiding van de dagbladpers en in december 1927 benoemd werd tot technisch hoofdredacteur van Het Volk, werd algemeen directeur van De Arbeiderspers. In deze tijd overvleugelde hij Masereeuw, die in 1927 weliswaar 65 jaar geworden was maar zich ondanks een tijdelijke futloosheid allerminst uitgeblust voelde. In de Raad van Commissarissen, die voor de helft uit SDAP-bestuurders en voor de andere helft uit NVV-ers bestond, oordeelde het partijbestuur in december 1928 dat Vooruitgang die zelfstandigheid niet kon behouden. Masereeuw zei dat onder zijn leiding het bedrijf groot en bloeiend was geworden en dat hij zich in staat voelde de leiding voort te zetten. Als compromis werd hij tot bezoldigd technisch adviseur van de Raad van Commissarissen benoemd tot hij in juni 1931 zeventig jaar zou worden. In de literatuur werd Masereeuw getypeerd als een 'dynamische man, die wist wat hem te doen stond', 'aldoor zinnend op verbeteringen' met 'een onbedwingbare lust om steeds te verbouwen'. Hij gold als een 'gewiekst zakenman met degelijk commercieel inzicht'. W.H. Vliegen noemde hem 'voor de partij een belangrijke figuur, een kracht die veel goeds heeft gewrocht', van wie men wist 'dat hij zeker niet in de eerste, doch hoogstens in de zesde of in de tiende plaats, aan zich zelf zal denken'. Toen Van der Veen in het kader van zijn bezuinigingen Masereeuws jaarlijkse uitkering in juni 1940 fors had teruggebracht, schreef hij Masereeuw: 'Ik zeg U dank voor de medewerking die U hierbij hebt verleend'.

Publicaties: 

Het Volk 25 jaar, extra nummer Het Volk, 1.4.1925; Het ochtendblad van 'Het Volk' en nog wat. Ter inlichting aan het Congres (z.pl. 1927).

Literatuur: 

Vliegen, Kracht I, 265-267; '25 jaar drukker van ons dagblad' in: Het Volk 25 jaar, extra nummer Het Volk, 1.4.1925, 17; J.F. Ankersmit, Een halve eeuw journalistiek (Amsterdam 1937); A.C.J. de Vrankrijker, Het wervende woord (Amsterdam 1950); H.J. Scheffer, Het Volksdagblad (Den Haag 1981); S. Hubregtse, 'Uitgeverij De Arbeiderspers' in: Het zevende jaarboek voor het democratisch socialisme (Amsterdam 1986) 132-167; F. de Glas, Nieuwe lezers voor het goede boek. De Wereldbibliotheek en Ontwikkeling/De Arbeiderspers voor 1940 (Amsterdam 1989).

Portret: 

H. Masereeuw, particulier bezit

Handtekening: 

Huwelijksakte van Masereeuw/Ossevoort dd. 28 januari 1925. Reg 2 fol 22v, akte 41, akteplaats Amsterdam. Als bruidegom.

Auteur: 
Ben Maandag
Oorspronkelijk gepubliceerd in: 
BWSA 4 (1990), p. 141-143
Laatst gewijzigd: 

18-03-2020 (voornaam eerste echtgenote gecorrigeerd, beroep tweede echtgenote toegevoegd)